Dit blog is oorspronkelijk gepubliceerd op Fronza.nl, 25 mei 2015
Vraag me geregeld af of ik wel spoor. Afhankelijk van de invulling van ‘niet sporen’ dan. Dat ik niet bepaald doorsnee redeneer, dat was me al langer duidelijk. Het is sociaal echter wel zo handig om dat niet elke seconde kenbaar te maken. ‘Niet sporen’ met een negatieve connotatie, zou echter ook zomaar eens voor mij op kunnen gaan. Als in ‘behoorlijk maf’. Bijvoorbeeld dat ik huilen op een uitvaart als massahysterie kan ervaren en er zelf dus, al hield je een pistool tegen mijn hoofd, geen traan uitgeperst krijg.
Dat ik niet verwoed naar tissues zocht, betekende geenszins dat ik niet onder de indruk was. Het is meer mijn diepgewortelde afkeer van massahysterie: waar iedereen huilt, kan ik het plots niet. Of ontbeer ik gewoon een bepaalde mate van gevoeligheid die de meeste mensen wel bezitten?
Selectief betrokken
Vraag het me wel vaker af. Bij elke slimme, over-the-top voorgeproduceerde aflevering van All You Need Is Love, zit ik vrolijk mee te janken. Om mezelf huilen? Ho maar! Hoogstens wanneer ik onder invloed ben of echt al nachten te weinig heb geslapen. Of ongesteld moet worden… maar dat is nog normaal.
Voor de rest merk ik dat ik vooral selectief betrokken ben. Niet spoor dus. Waar ik noodgedwongen met sommigen deal en bij die mensen over het algemeen weinig interesse voor hun wederwaardigheden voel, interesseert het clubje fijne mensen met wie ik grote idealen en mijn levensinstelling deel, me mateloos. Maar ook daar blijf ik uiteindelijk op mijn hoede, op afstand. En dan ben ik ook nog een heldin in het verbergen van mijn selectieve betrokkenheid – voor wie mij niet goed kent – ik vermoed dat ik eerder übersociaal dan ongeïnteresseerd op de rest van de wereld overkom.
Onvermogen tot hechten
Las laatst het boek ‘De Perfecte Minnares’ van Marian Mudder en vond het bij tijd en wijle ongelooflijk herkenbaar. Als ze bij de psych komt die het heeft over haar ‘hechtingsangst’ slash ‘bindingsangst’. Zolang je je maar nooit echt overgeeft aan de liefde, kun je ook niet echt gekwetst worden. Zoiets.
Op dit moment ben ik verliefder dan ooit – de laatste keer was vijftien jaar geleden. Bijna elke dag opnieuw ben ik blij om naar huis te gaan, om bij hem te zijn, om hem te kunnen zoenen en aanraken. Dat gaat telkens weken goed, maar op momenten dat ik gestrest raak, kan hij daar slecht tegen.
Mmmm, klinkt bekend. Ervoer de vader van mijn kinderen niet ook zoiets? Bij hem sloeg de balans echter door naar drie weken onbegrip tussen ons en een week begrip, waar het hier vooralsnog drieënhalve week begrip en dus maar enkele dagen irritatie betreft. Kijken hoe lang het dit keer standhoudt. Kan maar beter mijn selectieve betrokkenheid nog niet helemaal uitsluiten.
En kijk, daar gaan we weer. Onvermogen tot hechten omdat je er ergens diep je hart voortdurend van uitgaat dat het niet zal voortduren.
Plichtmatig
Terug naar die crematie. De overledene was een lief, mooi persoon voor wie ik veel respect had. Hij is tachtig geworden. Velen zeggen dat dit een mooie leeftijd is en dat hij een mooi leven heeft gehad. We kunnen er vrede mee hebben.
En ja hoor, hypocriet als deze ‘levensconsument’ is, heb ik diezelfde woorden zelf ook plichtmatig herhaaldelijk uitgesproken op deze dag. Je moet wat als je niet meehuilt met de rest. Het slaat echter natuurlijk nergens op. Mijn collega had best honderd willen worden! Wie niet? Onder bepaalde voorwaardes uiteraard.
Met de waterige ogen van mijn collega’s op me gericht, voelde ik me een ontstellend koud en kil kutwijf! Bloedeloos, zou mijn toenmalige baas het noemen. Hoewel, misschien ben ik dat ook? Dat bedoel ik! Hoe weet je zoiets nou?
Don Corleone
Ik moet zeggen dat de muzikale uitvaartkeuze van die ouwe Don respect afdwong. Geen van de hits uit de Begrafenis Top 10 teisterde onze oren. Hij koos voor Herman Brood met ‘My Way’, en Frank Sinatra, en Ennio Morricone en laten we Ramses niet vergeten… Smaak had-ie, dat moet ik deze Don Juan op leeftijd meegeven.
Op mijn manier rouw ik ook om hem. Wellicht heb ik zelfs meer over hem nagedacht dan sommige andere aanwezigen, die wel telkens naar nieuwe zakdoekjes graaiden. Ik mijmer over de keren dat hij me naar huis bracht toen ik in scheiding lag en geen zeggenschap meer had over de met mijn ex gedeelde auto. Over die keer dat we elkaars ‘chaperonne’ waren, zoals we het lachend noemden, toen onze werkgever, en in Louis’ geval goede vriend, trouwde met ons aller secretaresse en redactieassistente. Over de gezellige uitstapjes die hij en ik buiten het werk ondernamen, onder anderen samen met zijn zoon en schoondochter, die toevallig beiden al jaren voor hem op mijn pad waren gekomen.
Toen ik op de dag van de crematie mijn fb-pagina aanzette, kwam van alle circa duizend foto’s in mijn archief juist op dat moment die van een etentje met onze maffiabaas in beeld. Ik ben verre van spiritueel ingesteld, maar geef toe: frappant.
Mijn woestijndroge blik dwaalde tijdens de crematie naar het raam en de grijze, oer-Hollandse hemel waarin grote wolkenpartijen willoos vooruit werden gestuwd. Een prachtig eerbetoon aan deze lieve, aardige, warme charmeur die vele vrouwenharten heeft gestolen en gebroken en die gefascineerd door wolken was. Louis, you will be missed! En daar komt geen greintje ‘maf’ aan te pas.